“Diversity and Childhood”-project bereikt de laatste implementatiefase

Volwassene met kind en regenboogvlag

Het Diversity and Childhood-project, dat nu in de laatste fasen van de implementatie zit, heeft verschillende acties die erop gericht zijn om de sociale houding tegenover genderdiversiteit bij kinderen over heel Europa te wijzigen.

Dat doet het in 5 belangrijke gebieden in het leven van kinderen: onderwijs, gezondheid, families, openbare ruimte en media.

Gendergerelateerd geweld is een soort geweld dat een bepaalde verdeling oplegt van rollen, kenmerken, smaken, verantwoordelijkheden en genderexpressies die rechtstreeks verband houdt met een binair idee van de biologische geslachten: mannelijk en vrouwelijk. Het door de EU gefinancierde project Diversity and Childhood richt zich op een bepaald type van gendergerelateerd geweld: geweld tegen lesbische, homoseksuele, biseksuele, transseksuele en interseksuele personen (LGBTI) en gender non-conforme kinderen.

Dit soort gendergeweld baseert zich op een schending van bepaalde normatieve manieren waarop gender begrepen wordt, waaronder transfobie, homofobie, bifobie en interfobie. Dit vormt een onaanvaardbare schending van de menselijke waardigheid, met vaak zware gevolgen voor kinderen en tieners.

Om dit sociale fenomeen te stoppen en het welzijn van de samenleving in zijn geheel te bevorderen, is het van cruciaal belang om dit in een vroege levensfase te voorkomen. Daarom voorzag het Diversity and Childhood-project, dat nu in de laatste fasen van de implementatie zit, in verschillende acties die erop gericht zijn om de sociale houding tegenover genderdiversiteit bij kinderen over heel Europa te wijzigen. Dat doet het in 5 belangrijke gebieden in het leven van kinderen: onderwijs, gezondheid, families, openbare ruimte en media.

Het Diversity and Childhood-project wordt in 9 verschillende landen geïmplementeerd: België (door Çavaria), Portugal (door CES), Spanje (door de Universiteit van Gerona en de Autonome Universiteit van Barcelona), Kroatië (door Zagreb Pride), Griekenland (door KMOP), Litouwen (door LGL), Slovenië (door de Universiteit van Ljubljana), Hongarije (door Hátter) en Polen (door Lambda Warschau).

De implementatie van het project omvatte een analyse van de lokale realiteit, onderzoekshandelingen met kinderen, evenals onder andere 55 opleidingen voor 1100 professionals en partners.

Tijdens de analysefase van het project werden in totaal 116 partners geïnterviewd, beantwoordden in totaal 634 partners een enquête en in totaal 105 kinderen namen deel aan een workshop om hun percepties, wijze van uitdrukken, sociale vertegenwoordigingen en praktijken met betrekking tot LGBTI en gender non-conforme personen, waaronder kinderen, te sensibiliseren en evalueren. Het veldonderzoek heeft geleid tot het opstellen van 9 nationale rapporten en een integratief rapport dat de 9 realiteiten gezamenlijk analyseert.

Op basis van de analyse hebben de Diversity and Childhood-partners een seminariemodule en 5 opleidingsmodules voor partners uitgewerkt, een per projectgebied. Op dit ogenblik worden deze seminaries en opleidingen uitgevoerd door de projectpartners.

Binnen dit project is ook een 4-wekelijkse Grote Open Online Cursus (MOOC) voor professionals en partners gelanceerd worden, die van start zal gaan op 21 juni. Ook een handboek over het omgaan met LGBTI en gender non-conforme kinderen voor professionals uit verschillende belangrijke gebieden, in het Engels en 9 lokale talen, bevindt zich in de laatste stadia voor de publicatie.

In de komende maanden verwachten de experts van het Diversity and Childhood-project de geplande activiteiten om het doel te bereiken af te kunnen ronden.

Meer info en updates over het project vindt u hier.