Een safe(r) space is een veilige(re) omgeving waar mensen zichzelf kunnen zijn zonder veroordeeld, gediscrimineerd of slachtoffer van geweld te worden.   

• Wat voor de ene persoon aanvoelt als een safe space, voelt voor iemand anders misschien niet aan als een safe space. 
• Klik op deze link voor meer informatie over een safe space.     
• In het Nederlands noemen we dit: Veilige(re) en Vertrouwde Omgeving.  

Seksediversiteit is het spectrum van alle variaties in geslachtskenmerken. 

• Het is een inclusieve aanduiding; dat betekent dat iedereen onderdeel uitmaakt van het begrip seksediversiteit.   
• ‘Sekse’ is een synoniem voor ‘geslacht’.  

Alle verschillende vormen waarin mensen hun seksualiteit ervaren en uiten.    

• Seksuele diversiteit gaat over seksuele voorkeuren,  wat iemand opwindt, wat iemand nodig heeft om zich seksueel gezond te voelen, seksuele praktijken en posities, experimenteren, hoe je aan een orgasme komt, BDSM, fetisjen, ontdekkingen in je eigen seksualiteit doorheen je leven, ...  

Seksuele oriëntatie gaat over seksuele aantrekking en opwinding. 

• Het gaat over tot welke personen iemand fysieke aantrekking voelt en met wie die seks wil.   
• Seksuele oriëntatie kan veranderen doorheen de tijd en in intensiteit. Als dat gebeurt, spreken we van seksuele fluïditeit.   
• Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende soorten aantrekking: seksuele, romantische, platonische, esthetische... Die kunnen samenvallen, maar dat is niet voor iedereen zo.  

Sekswerk is wanneer iemand tegen betaling seksuele handelingen doet voor of met iemand anders. 

• ‘Sekswerk’ wordt steeds vaker gebruikt dan ‘prostitutie’. De term is ontstaan uit een hernieuwde focus op het verdienen van geld en op de eigen keuze van het beroep. De term versterkt:
  • Het opkomen voor eigen rechten
  • Recht in eigen handen hebben
  • De nadruk op uitvoeren in plaats van ondergaan
• Er bestaan verschillende soorten sekswerk. Klik op deze link voor meer informatie.   
• We vermelden deze term in onze woordenlijst omdat er binnen de diverse groep van LGBTQI+ mensen, altijd al personen geweest zijn die sekswerker zijn.  

Discriminatie en vooroordelen omdat iemand leeft met hiv of aids. 

• Hiv is het virus dat aids veroorzaakt. Hiv valt het afweersysteem aan dat het lichaam verdedigt tegen bacteriën, virussen, schimmels en kankercellen. Als hiv niet wordt behandeld, krijg je op lange termijn aids. Bij aids is het afweersysteem zo verzwakt dat het je niet meer kan verdedigen. Er treden dan levensbedreigende infecties en kankers op.
• Voorbeelden van serofobie zijn: iemand die leeft met hiv niet willen aanraken, geweigerd worden bij een sollicitatie enkel en alleen omdat je hiv+ bent, of een vermelding “no hiv” op een datingprofiel.  

Het al dan niet hebben van detecteerbare antilichamen tegen een bepaalde ziekte of infectie. 

• Iemand die seropositief is, heeft detecteerbare antilichamen en heeft dus een bepaalde ziekte of infectie (doorgemaakt).
• In het dagelijks taalgebruik bedoelt men met seropositief meestal hiv-seropositief.
• Hiv-seropositief betekent dan dat een persoon detecteerbare antilichamen tegen HIV heeft. Seronegatief betekent dat een persoon geen detecteerbare hiv-antilichamen heeft.   

‘Soa/soi’ is een letterwoord dat staat voor Seksueel Overdraagbare Aandoening/Infectie.   

• Een soa of soi is een infectie die je kan overdragen en krijgen via seksueel contact.   
• Vroeger sprak men vaker van een soa, nu eerder van een soi. ‘Aandoening’ geeft een vermoeden van symptomen en niet alle infecties hebben duidelijke symptomen. Je kan dus een soi hebben zonder dat je het weet. 
• Dit woord staat in onze lijst omdat seksuele gezondheid en welzijn een belangrijk thema is binnen seksuele en genderdiversiteit. 

Deze internationale term staat voor Sexual Orientation (=seksuele oriëntatie), Gender Identity and Expression (=genderidentiteit en -expressie), and Sex Characteristics (=geslachtskenmerken).  

• SOGIESC spreekt over thema’s en niet over specifieke identiteiten. Het verwijst naar een breder spectrum. De thema’s zijn op iedereen van toepassing, en dus niet enkel op LGBTQI+ personen. Bijvoorbeeld: onder ‘seksuele oriëntatie’ valt zowel hetero als lesbisch, homo, bi+... 
• Deze term wordt vooral in academische context gebruikt. 

Een spectrum is een reeks van opeenvolgende, lichtjes verschillende kenmerken die een continuüm vormen. Een spectrum laat veel ruimte voor variatie en nuance, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een binaire opdeling. 

• Een bekend voorbeeld is het kleurenspectrum dat van rood, over oranje, geel, groen en blauw naar violet gaat.
• Op een spectrum heb je tussen en naast twee uitersten meer ruimte om iets of iemand te plaatsen.
• Het is een meer genuanceerde manier om de samenleving in te delen. Zo geeft het genderspectrum bijvoorbeeld meer ruimte aan mensen die niet binnen de typische tweedeling ‘man-vrouw’ passen.   

Stealth is wanneer iemand na een transitie niet spreekt over hun trans zijn. 

• ‘Stealth’ is Engels voor ‘geheim’, ‘verborgen’ of ‘ondetecteerbaar’.
• Je hebt hier verschillende vormen in. Soms leven mensen volledig stealth, soms maken ze een onderscheid tussen verschillende contexten. Zo kan iemand bijvoorbeeld volledig stealth zijn op het werk, maar bij hun familie niet helemaal, omdat zij op de hoogte zijn van de transitie(periode).
• De mate waarin je stealth kan leven, hangt samen met je passabiliteit.
• We spreken hier over het woord ‘stealth’ binnen een LGBTQI+ context. Het woord heeft ook nog andere definities, zoals zonder medeweten van de seksuele partner tijdens een seksueel contact het condoom verwijderen.